Vermogensopbouwperiode bij bijstand in Delft: Hoe lang duurt het?

De vermogensopbouwperiode is een belangrijke regeling uit de Participatiewet (voorheen WWB) die bijstandaanvragers in Delft respijt biedt. Normaal gesproken moet uw vermogen onder de vermogensgrens blijven om in aanmerking te komen voor bijstand, maar tijdens deze opbouwperiode mag spaargeld tijdelijk hoger zijn. In Delft, net als elders in Nederland, geldt in 2024 voor alleenstaanden een periode van 2 maanden (of 4 weken bij heraanvraag) waarin bezittingen zoals spaargeld niet meteen meetellen. Dit geeft Delftenaren de kans om vermogen te besteden aan urgente zaken, zoals schulden aflossen of woningonderhoud in de historische binnenstad. Artikel 41 lid 2 van de Participatiewet regelt deze uitzondering expliciet. Voor gehuwden of samenwonenden in Delft is de periode langer: 6 maanden bij een eerste aanvraag. Als u de periode overschrijdt, wijst de gemeente Delft uw aanvraag af of zet de bijstand stop. De Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (DSZW) van Delft toetst streng en adviseert om bonnetjes en facturen van uitgaven te bewaren. Voorbeeld: de verkoop van een fiets of auto telt als inkomen, tenzij dit binnen de opbouwperiode gebeurt. In Delft, waar de huurprijzen in wijken als de Binnenwatersloot of Poptahof hoog kunnen zijn, helpt deze regeling om niet alles op te maken. Unieke lokale tip: bij bijzondere situaties zoals ziekte of studerende kinderen, vraag een vrijstelling aan bij het Delftse participatieloket. Documenteer alle uitgaven zorgvuldig en check de actuele regels op delft.nl voor persoonlijk advies van een consulent.