Het Proces van Tenuitvoerlegging in Delft
Na onherroepelijkheid, zoals bedoeld in artikel 557 Sv, start de tenuitvoerlegging van strafvonnissen in Delft. De officier van justitie (OVJ) bij de Rechtbank Den Haag, arrondissementsparket Rotterdam, geeft dit bevel. Vervolgens nemen lokale instanties zoals de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in de regio Haaglanden of het CJIB de uitvoering over, vaak met betrokkenheid van de Reclassering Delft.
Bij gevangenisstraffen volgt insluiting in een Penitentiaire Inrichting nabij Delft, zoals in Rotterdam-Scheveningen; bij boetes incasso via CJIB. Voorwaardelijke straffen treden in werking bij overtreding van de proeftijd, met supervisie door de Delftse reclassering.
Specifieke Strafsoorten in Delftse Context
Gevangenisstraffen worden direct uitgevoerd, met mogelijke schorsing voor hoger beroep (niet meer na onherroepelijkheid). Geldboetes gaan via CJIB met dwangmiddelen zoals beslaglegging op lokale bankrekeningen of eigendommen in Delft. Tbs of schorsing onder voorwaarden vereist multidisciplinaire opvolging door de Reclassering Haaglanden, inclusief forensische zorg in de regio.
De veroordeelde uit Delft ontvangt een oproep of bevel per post of via de politie Haaglanden. Verzet is beperkt; alleen via klaagschrift aan de rechter-commissaris bij de Rechtbank Den Haag.
Rechten en Bescherming voor Delftenaren
Veroordeelden hebben recht op voorlopige invrijheidstelling na tweederde van de straf (art. 15 Delictenwet), met advies van de Delftse reclassering. Bij fouten in de procedure kan de rechter tenuitvoerlegging schorsen. Dit proces balanceert strafuitvoering met humane behandeling, afgestemd op de lokale gemeenschap in Delft.
(Woordaantal: 248)