Terug naar Encyclopedie

Strafrechtelijke versus Bestuurlijke Handhaving in Delft

Bestuurlijke handhaving concurreert met strafrecht in Delft; keuze op basis van ernst en opzet rond TU Delft en binnenstad. Ne bis in idem voorkomt dubbele bestraffing (art. 5:44 Awb).

1 min leestijd

Keuze tussen bestuurlijk en strafrechtelijk in Delft

In Delft concurreert bestuurlijke handhaving (Awb) met strafrecht (WVW, WvSr). De gemeente Delft kiest primair voor bestuurlijke boetes bij overtredingen zoals parkeerovertredingen rond de TU Delft of milieu-incidenten aan de rand van de historische binnenstad, maar het Openbaar Ministerie kan overnemen bij ernstige gevallen (art. 5:44 Awb). Ne bis in idem (art. 68 Grondwet) voorkomt dubbele bestraffing, wat cruciaal is bij handhaving op de drukke Markt en in studentenwijken.

Juridische kwalificatie verschilt: het college van burgemeester en wethouders toetst objectief op normoverschrijding, terwijl strafrecht subjectief opzet vereist. Bestuurlijke boetes zijn efficiënter voor hoog volume, zoals geluidsoverlast tijdens evenementen op het Bagijnhof of afvaldumpingen langs de Schie.

Afspraken in lokaal beleid

De LAPD (Leidraad Aanpak Pleger Delict) van de regio Haaglanden coördineert in Delft. Bij milieudelicten, zoals illegale lozingen in de gemeentegrachten, geldt prioriteit voor strafrecht bij opzet. Lokale rechtspraak, inclusief uitspraken van de politierechter in Den Haag, harmoniseert sancties met Delftse APV-regels.

Dit tweesporenbeleid maximaliseert afschrikking in Delft zonder overbelasting van de lokale handhavingscapaciteit, met focus op leefbare binnenstad en campusomgeving.