In Delft, met zijn bloeiende hightech- en universiteitssector bij de TU Delft, ontslaat proeftijd partijen van de wettelijke opzegtermijn (artikel 7:672 BW). Na proeftijd moet de werkgever minimaal 1 maand opzeggen, cruciaal voor starters in lokale innovatiebedrijven. Bij transitievergoeding speelt dit indirect: ontslag tijdens proeftijd is direct zonder vergoeding, maar na proeftijd gelden beide regels streng.
Uitzondering in Delftse praktijk: bij nietige proeftijd, vaak door onduidelijke contracten bij jonge tech-startups, moet de werkgever opzeggen via UWV of kantonrechter in Den Haag, mét transitievergoeding. Bij spoedontslag tijdens proeftijd wegens dringende reden (bijv. diefstal in lab) geen termijnen, maar zeldzaam. Werknemers kunnen schade claimen bij te korte opzegging, vooral relevant bij de krappe arbeidsmarkt rond de Technopolis.
Vergelijking: proeftijd max. 2 maanden, opzegtermijn schaalt met anciënniteit. Wet Werk en Zekerheid harmoniseerde dit landelijk, maar Delftse cao's in engineering voegen soms extra bescherming toe. Tip: onderhandel kortere opzegging in je arbeidsovereenkomst en raadpleeg een lokale jurist bij de Rechtbank Rotterdam. (218 woorden)