Inhouding borgsom grondhuur Delft: welke bewijzen vereist?

Bij inhouding van de borgsom voor grondhuur in Delft moet de verhuurder concrete bewijzen overleggen. Typische gronden in deze Delftse studentenstad zijn schade zoals opgebroken bestrating rond huurwoningen nabij de TU Delft, achterstallige huur of schoonmaakkosten na vertrek van tijdelijke percelen voor caravans of tiny houses. Volgens BW artikel 7:241 BW dient de verhuurder de huurder binnen redelijke termijn te informeren over de inhouding, inclusief specificatie en bewijsstukken zoals facturen van lokale aannemers, foto's van de locatie of expertiserapporten van Delftse inspectiebureaus. Normale weerslijtage, zoals grasgroei op percelen in de groene wijken als Tanthof of lichte sporen door fietsenverkeer, telt niet als schade. Huurders in Delft kunnen de inhouding aanvechten met eigen bewijs, bijvoorbeeld een gezamenlijke eindinspectie bij het inleveren van de sleutels. De bewijslast ligt bij de verhuurder; ontbrekende facturen maken inhouding onmogelijk. Bij geschil oordeelt de kantonrechter in Den Haag, die vaak de helft van de borgsom toekent als bewijs ontbreekt. Praktijkvoorbeeld: op een caravanplaats in Delft-Zuid mag niet worden ingehouden voor seizoensgebonden onderhoud zoals winterklaar maken, conform lokale huurpraktijken. Bewaar altijd de huuropnamefoto's en e-mailcorrespondentie met verhuurders uit de regio. Verhuurders: stel een gedetailleerde schadeopgave op binnen 14 dagen na vertrek, rekening houdend met Delftse regelgeving rond tijdelijke huisvesting. Huurders: reageer altijd schriftelijk op claims om uw rechten te waarborgen. Zo voorkomt u kostbare procedures bij de Delftse huurcommissie of rechter. (248 woorden)