Gevolgen van Ontbinding Huurcontract in Delft: Ontruiming en Schadevergoeding
Na een succesvolle ontbindingsvordering ex artikel 7:231 BW in Delft treden directe gevolgen in werking. De huurovereenkomst eindigt met terugwerkende kracht, maar de huurder blijft aansprakelijk voor huur tot de werkelijke ontruiming. Cruciaal is artikel 7:268 BW, dat een aparte ontruimingsprocedure vereist, vaak afgehandeld bij de Rechtbank Den Haag voor Delftse zaken.
Ontruimingsprocedure in Delft
De verhuurder moet ontruiming gelasten via de deurwaarder, met kantoren in Delft zoals aan de Rotterdamseweg. Bij verzet kan de rechter in Den Haag ingrijpen via een kort geding. Dringende ontruiming is mogelijk bij gevaar, bijvoorbeeld in oudere Delftse studentenwoningen, maar vereist een spoedprocedure. Huurders riskeren dwangmiddelen, boetes en zelfs politie-inzet bij niet-naleving, vooral in drukke wijken als het centrum of Poptahof.
Financiële repercussies voor Delftse huurders en verhuurders
De verhuurder kan huurachterstand, schade aan typisch Delftse panden (zoals waterschade in historische huizen) en proceskosten verhalen. Huurders moeten openstaande posten betalen, inclusief griffierechten bij de Rechtbank Den Haag. Bij grove schuld kan de rechter matiging gelasten, rekening houdend met lokale huurprijzen. Verhuurders kunnen huurbescherming verliezen bij herhaalde overtredingen, en in Delft grijpt de gemeente soms in bij overlast in huurcomplexen.
Praktijkvoorbeeld in Delft: bij huurachterstand van drie maanden in een woning aan de Phoenixstraat volgt vaak ontbinding plus ontruiming binnen weken, met claim op dubbele huur als schadevergoeding, plus kosten voor lokale schoonmaakdiensten.