Gederfd levensonderhoud in Delft
Gederfd levensonderhoud verwijst naar de financiële schade die nabestaanden in Delft ondervinden doordat een dierbare door overlijden geen inkomen meer bijdraagt aan het huishouden. Dit vormt een cruciaal onderdeel van overlijdensschade, naast kosten voor rouw en smartengeld. Inwoners van Delft kunnen deze claim indienen bij de aansprakelijke partij, vaak via de Rechtbank Den Haag.
Wanneer speelt gederfd levensonderhoud in Delft?
In het Nederlandse recht, inclusief voor Delftenaren, is gederfd levensonderhoud relevant bij overlijdensschade door onrechtmatige daden zoals verkeersongevallen op de A13, medische missers in lokale ziekenhuizen of ongevallen op bouwplaatsen in Delft. Het dekt het inkomensverlies dat de overledene zou hebben geïnvesteerd in het gezin. Niet alleen partners, maar ook kinderen of ouders maken aanspraak als ze afhankelijk waren.
Voorbeeld: een kostwinner uit Delft overlijdt bij een botsing in het centrum. Nabestaanden kampen met hogere huur in de gemeente Delft, boodschappen en studiekosten aan de TU Delft. De vergoeding behoudt hun levensstandaard.
Wettelijke basis
De vergoeding van gederfd levensonderhoud is geregeld in artikel 6:107 BW, dat nabestaanden compenseert voor schade door overlijden. Dit volgt uit de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) en schadeprincipes (art. 6:95-6:101 BW).
De Hoge Raad biedt richtlijnen via arresten als ECLI:NL:HR:2000:AA4564 (LTO-arresten) voor berekeningen. Alleen concrete, voorzienbare verliezen tellen; speculaties niet. Voor burgers in Delft geldt primair het BW, naast regelingen als de Wet Wton voor specifieke beroepen.
Wie in Delft claimt gederfd levensonderhoud?
De kring van rechthebbenden is beperkt:
- Partner (getrouwd, geregistreerd of samenwonend);
- Kinderen tot 21 jaar of studerend tot 30, zoals TU Delft-studenten;
- Uitzonderlijk ouders bij bewezen afhankelijkheid.
Rechters bij de Rechtbank Den Haag toetsen afhankelijkheid via feiten als gezamenlijke woonlasten in Delft en bankbijdragen. Start bij het Juridisch Loket Delft voor gratis advies en bewijsvoering.
Berekening van gederfd levensonderhoud
De actuariële berekening houdt in: netto-inkomen van de overledene min eigen inkomen nabestaande, vermenigvuldigd met levensverwachting en gecapitaliseerd.
De LTO-methode wordt toegepast:
- Verlies netto jaarinkomen berekenen.
- Huishoudfactor aanpassen (bijv. 0,7 voor Delftse tweepersoonshuishoudens).
- Capitaliseren over werkjaren met 1,5-2% rente.
| Element | Beschrijving | Voorbeeld |
|---|---|---|
| Jaarlijks inkomen overledene | Netto salaris | €40.000 |
| Inkomen nabestaande | Aftrekbaar | - €20.000 |
| Huishoudfactor | Aandeel nabestaande | x 0,7 = €14.000/jaar |
| Capitalisatie (20 jaar, 2% rente) | Totale claim | €238.000 |
Dit geeft een claim van €238.000 voor een 40-jarige Delftse kostwinner. Lokale experts leveren precieze rapporten.
Praktijk in Delft
Voorbeeld 1: De familie Jansen uit Delft verliest de kostwinner (45) in een ongeval op de Rotterdamseweg. Met €60.000 bruto inkomen en 70% huishoudbijdrage claimen de studerende kinderen (TU Delft) €450.000, na AOW-verrekening, toegewezen door Rechtbank Den Haag.
Voorbeeld 2: Een Delftse alleenstaande moeder overlijdt door een ziekenhuisfout. Haar 16-jarige dochter ontvangt €120.000 tot volwassenheid voor alimentatie-achtige bijdragen.
Verzekeraars onderhandelen; procedures bij Rechtbank Den Haag duren 1-2 jaar.
Rechten en verplichtingen voor Delftenaren
Rechten:
- Volledige schadevergoeding.
- Voorlopige aanspraak (art. 6:140 BW).
- Inflatie-indexatie.
Plichten:
- Afhankelijkheid bewijzen.
- Verrekening uitkeringen (ANW Nibeg).
- Meewerken aan expertise.
Neem contact op met Juridisch Loket Delft of Gemeente Delft voor hulp.
Veelgestelde vragen
Kan ik als samenwoner in Delft claimen?
Ja, bij bewijs van afhankelijkheid via rekeningen en bijdragen. Rechtbank Den Haag beoordeelt individueel; advies via Juridisch Loket Delft.
Toekomstig inkomen inbegrepen?
Ja, realistisch zoals promotie bij lokale werkgever; geen speculaties.
Levensverzekering verrekenen?
Ja, om dubbele betaling te voorkomen (art. 6:100 BW).
Claimtermijn?
5 jaar na overlijden (art. 3:310 BW).